.
Tralievader.
Carl Friedman.
Samenvatting
De vader van de ik-figuur, Jochel genaamd, heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Hij heeft in een kamp gezeten, omdat hij van joodse afkomst was en hij praat er nu nog voortdurend over. De vader zegt dat hij "kamp" heeft. Zijn kinderen (het ik-figuur, Max en Simon) vergelijken dat met een ziekte als waterpokken. De kinderen worden beïnvloed door de oorlogstrauma’s van hun vader. Als vader ‘s nachts niet kan slapen en rond gaat lopen, worden ook de kinderen wakker. Ze mogen niet zeggen dat ze honger hebben, want in het kamp werd pas echt honger geleden. Alles wat ze zeggen heeft hun vader veel erger gehad, ze hebben volgens hun vader een luizenleven. Alles wat vader doet en zegt heeft te maken met het kamp. De kinderen zijn op school ook veel met de oorlog bezig, dit is logisch, want ze horen niets anders. De lerares vindt dat ze de oorlog maar eens moeten afsluiten.Als vader tbc blijkt te hebben moet hij naar een sanatorium. Tijdens de bezoekuren vertelt hij de kinderen over zijn onderduikadressen. Zo heeft hij samen met andere onderduikers op het platteland gezeten. Ze werden echter verraden door een naburige boer.
Wanneer vader genezen is van de tbc, mag hij naar huis. Zijn gezin wacht de hele dag op hem, want hij komt veel later dan verwacht. Hij durfde namelijk niet met de trein mee.
De ik-figuur gaat met haar vriendin, Nellie naar een kerkmis. Ze was er nog nooit geweest en ze gaat er ook nooit meer heen, want ze vindt dat haar vader veel meer heeft geleden dan Jezus. Vader vindt God een "rotzak", omdat hij in het kamp heeft toegekeken hoe iedereen werd doodgemaakt. Dit is een aanleiding voor een hevige ruzie met Max. Max zegt dat vader hem maar eens moet slaan, net als de SS-ers. Vader lijkt lamgeslagen na deze opmerking.
Max verwijt zijn vader ook dat hij niet is zoals de andere vaders. Die gaan namelijk voetballen met hun kinderen, terwijl zijn vader alleen maar over het kamp kan praten. Vader vertelt dat er in het kamp ook werd gevoetbald, maar dat de spelers soms na de eerste helft al begraven konden worden. Het is dus maar goed dat vader niet van voetballen houdt. Nu is Max onder de indruk: hij rent naar zijn kamertje en begint te huilen.
Op een dag mogen de ik-figuur en de andere kinderen van Jochel naar de bioscoop. Ze hebben een film over Odysseus uitgekozen. Ze bewonderen hem. De ik-figuur vindt dat vader evenveel te verduren heeft gehad als Odysseus. Allen zijn ze erg onder de indruk van het verhaal.
Ook vertelt vader dat hij iemand vermoord heeft in het kamp. Hij heeft daar spijt van en verwijt de kampbeulen dat ze hem veranderd hebben in een beest. De kinderen vinden niet dat hij een beest is, want beesten tonen geen spijt. Vader blijkt er toch geen spijt van te hebben dat hij iemand vermoord heeft, maar van de manier waarop hij dat heeft gedaan. Hij had het veel langzamer moeten doen, zodat zijn slachtoffer de doodsangst langer had gevoeld.
Na de bevrijding hadden de Engelsen de gevangen opgehaald. Ze werden naar een transitkamp gebracht. Daar was gebleken dat de gevangen hun schaamte voorbij waren: ze deden hun behoefte op het gazon. Toen vader eindelijk thuiskwam, wachtte moeder op hem. Hij werd enthousiast omhelsd. Moeder herinnert zich dat nog goed en de tranen lopen over haar wangen, terwijl de kinderen toekijken.
Argumentatie.
Standpunt: Tralievader is geen leuk boek.
Argument 1: Het boek is erg onduidelijk.
Subargument 1.1: Het boek is verdeeld in veel korte hoofdstukken met steeds verschillende onderwerpen.
Subargument 1.2: Er zijn veel flashbacks in het boek verwerkt.
Subargument 1.3: De onduidelijkheid komt sterk voort uit het feit dat er een niet bestaande ziekte 'kamp' omschreven wordt. Ik begreep pas later in het boek wat hiermee bedoeld werd.
Argument 2: Het verhaal is niet volledig.
Subargument 2.1: Er zijn veel open plekken in het boek die niet ingevuld worden. Zoals de situatie van de vader voor het concentratiekamp.
Subargument 2.2: Het boek heeft een open einde, het verhaal wordt opeens afgekapt en zo weet je niet wat er uiteindelijk gebeurt.
Argument 3: Het is geen fijn verhaal om te lezen.
Subargument 3.1: Het onderwerp 'WOII' is niet erg positief van zichzelf en er wordt dan ook heel erg negatief over verteld in het boek.
Subargument 3.2: De kinderen in het boek worden bang gepraat door hun vader en zijn als de dood voor 'kamp'.
Subargument 3.3: Het boek is ondanks de vele open plekken niet spannend.